|
Kluizenaar
Vergeef ons,
verwende monniken
van het volle leven
de lichtvaardigheid
en bespottelijke trots
te menen zo ook
monniken te zijn.
Vergeef ons,
uitverkorenen
bevoorrechten
te menen zijn
van God die zag
hoe zijn zoon stierf
aan het kruis.
Vergun ons,
hartstochtelijk
te verlangen
naar jullie stilte,
om ons op te trekken
aan de stijgende beweging
van jullie ziel.
Jullie, monniken, zijn
wat wij verlangen
eens te mogen worden -
als het leven ons
terugwerpt op onszelf
en wij alleen voor God
komen te staan.
Ga je weg
voor ons uit -
wij zijn slechts
volgelingen van verre.
Maar mogen we even
in stilte binnentreden
in je kluis?
|