|
Omnipotente God
Schepping
worden van niet zijn
tot leven komen
waar geen leven was
eerste planting
aan alle voortplanting
vooraf.
Oerschreeuw
van Gods orgasme
waarvan het liefdezingen
van mens en dier
de echo en herhaling is.
Nog stroomt door ons
het eerste zaad.
Zij spreidde zich
in het hemelbed.
Zout en zoet
waterzeeën vloeiden
samen in oeverloze kusten.
Het zaaibed van de aarde
lag dampend in de zon.
Toen ging de hemel
negen maanden zwangeren.
Het goddelijke zaad
ging kloppen, bonzen,
heel de kosmos
resoneerde met
Godin in verwachting.
|
Dan tilde God
het eerste kindje
uit de schoot
van de aarde.
Het kind schreide
maar het heelal
hing vol muziek.
God lachte
door zijn tranen heen
en riep uit:
0 liefde mij te boven,
nu ik de mens
verwekt heb ben ik
God geworden!
God juichte
en zong zich uit
in de tijd.
Zijn lied
wordt dagelijks
opnieuw gespeeld
en nagezongen.
En ieder mens zal,
aan die zoete lust
verloren, de roep
der eeuwigheid verstaan:
0 laat mij voortbestaan,
mijn hartstocht vieren
in jou, mijn bruid.
|