|
Gezegende leeftijd
Als je heel oud wordt
raak je uit zicht.
Wie ben je ook weer?
Wat deed je ook weer?
Men weet niet eens meer
van je bestaan.
Leeft die ook nog?
Die moet oud zijn!
En je hoort ze zeggen:
als je niet wist dat hij
het is, zou je hem
niet meer terugkennen.
Je staat alleen aan de top,
je leeftijdgenoten zijn weg
en alle mensen om je heen
zijn jongeren. Vreemd!
Je schoenen zijn uitgelopen,
je broek zakt af
en als je nog haren hebt
zijn die wit.
Je geest is moegedacht
en wat zijn de mensen
om je heen toch druk.
Is er nog ergens rust?
*
Als je oud mag worden
word je buitenstaander,
alleen op het perron
voor de laatste trein.
Je koffers staan gepakt
voor de heenreis.
Het is stil om je heen
en het wordt koud.
Maar wie is dat daar
die ginds op de uitkijk
staat met de hand
boven zijn ogen?
Ziet hij in jou
het naderend licht?
En gelooft hij echt
dat jij het bent?
Terwijl het achter je
donkert, stroomt
je laatste beetje licht
uit in het volle licht.
Vouw je handen maar.
Steek je armen uit
naar de eeuwige
omarming van God.
|