Avondlied
Er leeft in mij het diep vermoeden
dat verlies kan overgaan in winst -
en dat dit rijpingsproces verloopt
volgens vaste levenswetten.
Als eerste: dat je lichaam zich
met al zijn zinnelijkheden moet
kunnen blijven ontplooien tot een
allesomvattende ontvankelijkheid.
Vogels moeten blijven zingen in je huis,
bomen als ledematen om je heen gaan staan,
bloemen en geuren je meenemen in het
onweerstaanbaar spel van paren en baren.
Als tweede: dat je geest slechts leeft
van schoonheid, zich uit moet mogen
leven in kennen en kunnen en alles
mag scheppen waarin hij gelooft.
Dit is een onsterfelijk lieve wereld
waarin mensen hun hart dragen
op hun gezicht en zoveel lachen
dat daaraan alle pijn geneest.
Maar dan moet ik leren ontvangen
na genoeg te hebben gegeven:
meer recreëren dan creëren,
meer mediteren dan presteren.
|
|