Liefde
Met donder en geweld
stortte de raaf zich
op het merelnest.
Moeder merel sloeg
haar vleugels
over haar kinderen
krijste, pikte,
sloeg met lijf en leden
op de rover in.
Gehavend staartloos
lichtelijk mank
kwam zij uit de strijd.
*
Nu vergaart zij
brood en kaas
uit de voerbak.
Drie jongen hippen
om haar heen en
beginnen mee te eten.
Vadermerel is nog
puntgaaf en lijkt
van niets te weten.
Hij was niet thuis
toen de roofoverval
plaats vond.
*
Dit was een strijd,
dit was liefde
op leven en dood.
Zo vecht God
zich dood
uit liefde.
Zo was het lichaam
van Jezus een schild
tegen het kwaad.
Zo wordt steeds weer
het bestaan van God
bewezen.
|
|