|
Officie
Als flonkerende sterren in de nacht
staan daar monniken en monialen
gehuld in wijde kovels van gebed
over alle werelddelen uitgezaaid.
De muren van de kloosterkerken
welven zich eerbiedig over de psalmen.
Dag na dag staan zij daar
vele uren naast elkaar. Waarom?
Zij zingen hun officie, naamloos,
niet uit zichzelf, niet om zichzelf
maar namens anderen treden zij
biddend voor Gods aangezicht.
Zij bidden namens hen die niet weten
hoe te spreken, wat te zeggen,
die niet vermogen hun levensliederen
uit te zingen in Gods Naam.
|