|
De kauwtjes
De kleine vorstelijke vogels
hebben zich verkleed
in grauwe gewaden,
maar weten van elkaar
onder grijze sluiers vermomd
prins en prinses te zijn.
Zij bewijzen de mensheid
koninklijke diensten,
zij poetsen de straten
en tussen het uitlaat-as
van verbrande atmosferen
zoeken zij hun leeftocht.
Van adel, naamloos waardig
maar zonder eigenwaan,
voortschrijdend door
verloren paradijzen
scheppen zij dag na dag
een nieuwe wereld.
|