|
Zinnebeeld
Zalig de zinnelijken van hart
want zij zullen God beminnen.
Zij leven in de ruimte waar
God te zien is met de zinnen.
God heeft de mond van de mens
tot tweemaal toe gekust.
Zijn hand heeft op zijn schoot
tot tweemaal toe gerust.
Nu kan hij spreken, zingen,
kussen, lachen altijd weer.
Nu kan hij spelen, strelen,
paren, feesten keer op keer.
Wie alleen maar eet en drinkt
tot het zijn lichaam verlaat,
leeft God slechts in enkelvoud,
verduistert Gods gelaat.
De voortplanting is alle mensen
niet gegeven - het spel wel.
Wie om God het zinnespelen laten
zetten God eenvoudig buitenspel.
Wij werden Gods minnestrelen,
zo lang werd met ons gespeeld,
met lust en met luister omgeven,
Gods gelijkenis en zinnebeeld.
|