|
Hooglied
verstilde beeltenis
van eeuwig leven
geboren in de tijd
vol van mijmeringen
zie ik je verzonken
in je boek
hoog in de abelen
strooit gouden
prins wielewaal
zijn glissando’s uit
over de lissen
in het broek
er groeien beelden
achter je gedachten
vertederingen stromen
door je bloed
ik weet nu heb je
goddelijk bezoek
ik hoor je ademhaling
en je wangen gloeien
je ogen worden zinnen
je hand is
naar mijn hart
op zoek
er strijkt een vogel
neer op je hand
je rijst op in
zachte huiveringen
dromerig roept
de koekoek
je kent de verzen
van het hooglied
wel van buiten
als een stille getuige
ligt het boek nu
in de hoek
|