|
Liefdetuinen
Je bent gewend dat mensen
heel plechtig en gewichtig
doen als ze tot je spreken.
Daarmee zetten ze je eerst
ver van zich af en proberen
je dan heel dicht te naderen.
Je bent gewend dat mensen
voor je door de knieƫn gaan
en je aanbidden met het hoofd.
Je wordt niet warm of koud
van al die stijve rituelen
en handen die gesloten zijn.
Je bent gewend op afstand
om te gaan met je geliefden.
Nooit ben je grappig of leuk
of stoei je me ondersteboven.
Ben jij die verleidelijke vriend
die graag naar mij toe wil komen?
Zul je niet schrikken als ik
je uitkleed en kus van je kruin
tot aan je voeten, mijn vingers
tintelend over je lichaam gaan?
Wil je tussen mijn borsten rusten
of wil je mij eerst binnengaan?
Mijn lieve jongen, ik zie je
lachen als een jonge god
die aantreedt in het eerste licht,
bewegend beeld van eeuwigheid
tussen de gewelven, als een reus
die oprijst uit zijn slaap.
Kom, ben niet bang van mij.
Mijn schoot is vol aanbidding
mijn tong is zoet als honing,
ik ken je zacht gekreun.
Blijf bij mij slapen vannacht -
morgen laat ik je weer gaan.
|