|
O mijn God
Ik moet U danken
om al mijn pijn
die mij tot leven
kan wekken.
Nadat ik U
soms zo makkelijk
soms zo stellig
heb benoemd
lijkt het nu
alsof U zich uit
mijn gewaarwording
zwijgend terugtrekt
uit mijn hoofd
mijn zinnen
mijn hart
mijn lichaam zelfs.
Ik zie U niet
om mij heen
niet in een ander
niet in mijzelf.
De natuur is stil
woorden zwijgen
ook muziek
is enkel nog geluid.
Leeg en naakt
voel ik mij
vervreemd
als een ontheemde.
Mag ik U
in alle eenvoud
kleingeworden
om leven vragen?
Mag ik U
weer zien
in het lichten
van kleine dingen?
U geneest mij
van mijn leegte
want mijn weten
werd leegte.
Ik kan alleen
maar zeggen
o mijn God
ik heb U lief.
Alleen mijn handen
tot U opgeheven
richten mijn wezen
op in gebed.
Zuiver mij
om te genezen
naar U toe
U Levende.
Dank U
voor deze pijn.
Nu kan ik U
zoeken en vinden.
|