|
Mijn Ander
Je bent in mijn hoofd
en in mijn schoot,
in ‘t een niet meer
dan in ‘t ander.
Wel anders, soms hier
dan daar te voelen
maar waar je bent
ben je helemaal.
Anders dezelfde
in een fabriek en
op een voetbalveld,
in een kerk en
in een sauna -
altijd dezelfde
die begeestert
en begeert.
Anders dezelfde
als je lijdt en schreit
en hopeloos verloren
bij de vermisten hoort.
Je bent in de wieg
en in het graf
God van eeuwig leven,
God van het heelal.
In leegte en volheid
in ruimte en tijd,
in geur en kleur
altijd anders dezelfde.
Wij kunnen je
duizendvoudig anders
noemen, altijd ben je
in alles heel en al.
|