|
O Koning
van de volkeren en hun grote verlangen,
hoeksteen die uit verscheidenheid
een nieuwe eenheid smeedt:
kom en red de mens
die Gij gevormd hebt
uit aarde.
Dat allen die hopeloos en hulpeloos
alleen staan in hun verdriet
door God zelf worden opgetild:
zij die ongeneeslijk ziek de dood zien naderen,
zij die voor het leven gehandicapt zijn,
zij die ten prooi gevallen zijn aan verslaving,
zij die verscheurd worden door angst.
|