|
Uw Naam worde geheiligd
“God”
Als ik U noem,
U aanroep, om U roep
of U mijn dank betuig,
zal uw Naam
“God”
nooit een woord zijn
zomaar verloren
toonloos uitgestrooid
tussen andere woorden.
“God”
Voordat uw Naam
mij op de lippen komt
zal ik even
mijn adem inhouden.
“God”
Als mijn lippen nog
natrillen van uw Naam
zal ik even
opnieuw ademhalen.
“God”
Moge zo uw lieve
levende gestalte,
uw Naam geheiligd
in mijn wezen staan.
“God”
Naar U wil ik
opzien en omzien,
U die na blijft klinken
in mijn hoofd en hart.
“God”
Bewoon mijn spreken
en mijn zwijgen,
om uw woord
te kunnen zijn.
“God”
Ziel van mijn gedachten,
wees mij ook nabij
in nameloze leegte.
O, noem ook mij!
|