|
Minnares
De rozen bloeiden wanneer haar hand
de oorsprong van het leven raakte.
Zij kende geur en kleur
in eindeloze variaties
en van het dauwen proefde zij
de eigen smaak.
Als een waterroos was zij
roerloos uit zichzelf ontwakend
in het eerste licht.
En als de Zon zich stortte
in de rivier van het leven
omhulde zij de Eeuwigheid.
|