En de boom sprak
Mensen voelen niet hoe heerlijk het is
wanneer in het voorjaar onze knoppen
glanzend van vreugde openbarsten
onder de zachte streling van de zon.
Zij horen ons niet kreunen wanneer
een kettingzaag langs onze zijtakken
zeist en wij vergeefs proberen
onze wonden weer dicht te trekken.
Mensen voelen niet wat dieren voelen:
wat het voor een doffertje betekent
dat zijn duifje door een sperwer
van het hok is geplukt en nooit meer
terug is komen vliegen. Maar ook niet:
hoe verrukkelijk het is te drijven
op de termiek tussen hemel en aarde
en in de hoge stilte te wonen.
Hoe zullen dan mensen kunnen voelen
wat God voelt als hij ons ademt
maar toch het giftig smog wordt
ingeademd van een vervuilde atmosfeer?
Hoe zullen mensen Godin kunnen begrijpen
wanneer zij haar niet zien in haar
spelend dartelen - haar barende lust
niet zingend beamen met een kus?
|
|