Brandend Zand
Zij waren jong, verliefd en aan zee.
De golfslag was als hun hartslag onstuimig.
De zee lichtte als de avond viel.
Een en al betovering hun zielen.
Zij bewogen mee met eb en vloed.
Zij dolden en speelden -
dan weer stonden zij stil
en tuurden zij in de verte.
Zou het altijd zo blijven,
vroegen zij zich af -
en hoe behoud je je jeugdliefde
je hele leven lang?
Er liep hen een oude zeeman tegemoet.
'Mijnheer, mogen wij u iets vragen'?
'Hoe blijft de liefde stralend als
de zon en bruisend als de zee'?
De man knielde op één knie op het strand,
greep een handvol rul zand.
Het sijpelde door zijn vingers heen
en toen was zijn hand weer leeg.
'Zo gaat het met de liefde' zei hij,
'Als je ze vasthoudt, ontglipt ze je'.
Dan knielde hij opnieuw en schepte
een handvol zand in zijn open hand.
'Zo gaat het met de liefde' zei hij,
'Als je ze draagt, behoud je ze'
Zo schep je de toekomst voor elkaar
en blijf je elkaar dragen in je hart.
Dan droeg de jongeman zijn meisje
door de branding naar het wad.
Daar brachten zij de nacht door,
een nacht van geven en ontvangen.
|
|