Ten grave
Er viel een streepje verrijzenislicht
binnen in de aardedonkere groeve.
Langs de rand van de sluitsteen droeve
streling over zijn sluimerend gezicht.
Bij de eerste oogopslag zag
Jezus hoe de schaduw voorbijgleed
van Maria, hoe de rotswand spleet,
de hemel openging naar een nieuwe dag.
In het duister is er altijd licht,
in het licht is donker enkel duister,
verpletterd onder dodelijk gewicht.
Maar Jezus' ogen ontvingen weer het licht,
zijn lichaam stroomde vol van luister.
En Maria knielde voor Gods aangezicht.
|
|