Gelijkenis
De schoonheid die Maria
in Joseph zag, was de
schoonheid die Joseph
in Maria zag als zij
elkaar aankeken en
blij omhelsden.
Zij waren lichaamsverwanten:
hun geur hoorde bij elkaar,
hun smaak kwam overeen –
juist dat wat Maria Maria
en Joseph Joseph maakte
was de prikkel in hun vlees.
Hun levenswijze hoorde bij elkaar:
hun cultuur en beschaving,
hun maatschappelijke en
politieke levensopstelling –
en zoals Joseph lachte
lachte Maria terug.
Door wat wij van Maria weten,
weten wij wie Joseph was:
naast zo’n strijdvaardige
jonge vrouw, die de tweedeling
in de samenleving aan de kaak
stelde, was hij rechtvaardig.
Zong Maria haar Magnificat –
als een liefdeslied naar God
en naar de armen der aarde –
wellicht omdat Joseph zo was
en vertolkte zij zijn kracht
die ook de hare was geworden?
Door hun geestverwantschap
waren zij elkaars gelijken
en hadden zij elkaar zo lief
als God mensen lief kan hebben.
Samen baden en zongen zij
psalmen en loofden zij God.
|
|