Overstroom
Boordevol zat
je hart als
een meer dat
is volgestroomd
met smeltwater.
Oude beelden
herleefden,
liefdes-emoties
om je ouders
kwamen bovendrijven.
Zij raakten je
teder aan en
midden op de dag
was je weer
hun kind.
Als geliefden
zaten wij samen.
Beelden van
zegening trokken
aan ons voorbij.
Het was alsof
God opnieuw
ons zegenend
verbond en
met ons huwde.
Toen midden
in de nacht
was God er weer
maar nu
in bed.
Plotseling
gebeurde het,
je hart
je ogen
stroomden over.
Je zei
ik kan de liefde
van God
bijna
niet aan.
Beschroomd
kuste ik
je hand
Gód was bezig
je te minnen.
In de morgen
hing de gloed
nog om je
heen toen
je zei
het was net
als met
een orgasme
dat ik bijna
niet aankon.
Ik kuste
je lippen en
het diep geheim
van je geestelijk
orgasme.
|
|