Genesis 1
In het begin
schiep God
hemel en aarde.
God sprak
laat ons
de mens
maken
als ons beeld,
op ons
gelijkend.
En God
schiep
de mens
als zijn beeld,
als het beeld
van God
schiep Hij hem,
man en
vrouw
schiep Hij hen.
Toen zegende
God hen
en sprak
tot hen
weest vruchtbaar,
vermenigvuldigt je,
bevolkt
de aarde
en draagt zorg
voor haar.
|
Hoed over
de vissen
van de zee,
de vogels
in de lucht
en alle
levende wezens
die zich
op de aarde
bewegen.
God sprak :
zie, ik geef je
al het zaad
dragend gewas
op heel de aarde,
met alle bomen
die zaad
vruchten dragen -
die zullen je
tot voedsel dienen.
Maar ik geef
alle groene planten
tot voedsel aan
alle wilde dieren,
aan alle vogels
in de lucht en wat
krioelt op aarde.
En God zag dat alles
wat Hij gemaakt had
zeer goed was.
|