Mijn ogen hebben uw heil aanschouwd.
(Lukas 2, 30)
Bejaarde ogen
Nu ik ouder word
ga ik zien
helderder
dieper
en wordt mij
de samenhang
duidelijker
van alwat is.
Ik zag
vogels kijken
maar nu zie ik
dat zij ‘mij’
aankijken
en hun gedachten
uitspreken
met hun ogen.
Ik zag bomen
en grassen.
Nu zie ik hen
in hun elkaar
omhelzende
tederheid
en stille
fluisteringen.
Ik zag vrouwen
in haar
schoonheid
en heiligheid.
Nu zie ik
plotseling
dat zij
priesteressen zijn.
Ik zag jou,
m'n liefste,
met hart en ziel
waren wij één.
Nu weet ik pas:
jij bent
mijn lichaam
en mijn bloed.
|
|