Witte regen
De lijsterbes geurde van behagen,
zij was de witte bruid.
Drie dromerige dagen
gingen de bijen in en uit.
Toen ving het sneeuwen aan,
naakt stond zij in de regen.
Zij had haar bruidskleed uitgedaan
en voelde zich verlegen.
Toen is het zwangeren begonnen,
de bessen zwelden in haar schoot.
Zij bloosden van al het zonne-
baden en werden allemaal vuurrood.
De lijsters, de bruine en de zwarte
aten haar vlees en bloed -
overal zaaiden zij kleine harten
voor het nieuwe broed.
Hoog in het groene lover
luisterden de lijsters zwijgzaam
naar het lied dat heel de zomer
in haar had geklonken: hun naam.
|
|