|
Pinksterfeest
In donkere tijden gaan heldere geesten lichten.
Dan worden vrijheidsbeelden opgericht.
Handen spelen op geweren het lied van de vrede,
vrouwen strelen de man in zichzelf, mannen zingen
met hoge stem het lied van de ziel.
God trekt een spoor van licht door het land,
mensen stormen de nieuwe vrijheid tegemoet.
De schaduwen worden omver gelopen,
als God zijn eeuwig licht uitspreidt in de tijd.
En overal wordt het bevrijdingsvuur ontstoken.
God danst mee in de cirkel van licht
als mensen opstaan, voeten opveren ten dans.
Op Pinkstermorgen kan het weer gebeuren,
als de schepping volstroomt van pinksterlicht,
Heilige lieve Geest die heel de wereld wil omhelzen.
Als het Pinkstervuur gedaald is en de avond valt
zal het wonder weer gebeuren, wanneer een broeder
in een tehuis van geestelijk zwaar misdeelden
al zijn vrienden en vriendinnen samenroept
voor het grote feesten met de geesten.
Het kaarslicht speelt over hun gezichten,
zachte muziek als adem van een nieuwe tijd
dringt door in het zuivere zinnen van hun geest.
Wolken wierook omgeven geurend hun gezichten,
die als pinksterbloemen lachend opengaan.
|