|
Moederschap
Moederschoot van God,
je naam is Maria.
Midden in de tijd,
de mensheid halverwege,
kiemt weer het zaad
van in den beginne.
Mensen werelden voorbij,
het eerste minnen weer
ontwaakt, nu de aarde
vraagt om herbeginnen.
Bewoner van haar lichaam,
hartslag van de schepping
in haar schoot,
Jij, die in haar naam
je wezen hebt geweven
hunkerend naar voortbestaan.
Jij, vreugde van de zinnen,
het zingend Woord
van liefde uitgesproken -
de mensheid is je Bruid.
Jij, licht van mijn denken,
ziel van mijn dromen,
God, waarin ik kniel:
Dag Jij, mijn lieve Vader,
Jij, mijn geliefde Zoon,
Jij, mijn verliefde Geest -
vanaf het begin was het zo,
zo is het nu,
zo zal het altijd zijn,
de eeuwen door.
|