O dat licht
Jezus zei
'ik ben licht'.
Hij zei dit
zonder trots.
Hij zei
wat hij voelde.
Hij voelde
dat hij vol
van licht was
toen hij bemerkte
dat hij door het lichaam
in de ziel kon zien.
En hij zag
de enkele mens
in de menigte
en hij zag
engelen
in kinderen.
O dat licht
achter zijn
gesloten ogen.
O die ogen
van God
door hem heen.
|
|